Uitgangspunten kerkenvisie
De kerkgebouwen van Ooststellingwerf zijn belangrijk. Het zijn markante bakens in ons landschap. Vertrouwd voor degenen die hier wonen. Verrassend voor toevallige passanten.
Het kerkgebouw is onderdeel van de ziel van het dorp, verkrotting is pijnlijke leegte. Het gebouw staat voor de levende band met het verleden. En dus met onze afkomst, onze verbondenheid met de plek waar we leven. Niet alleen in de gemeente Ooststellingwerf maar ook regionaal, landelijk en internationaal. Daarmee is de zoektocht naar medebestemming en herbestemming reeds begonnen, een zoektocht die er uiteindelijk toe moet leiden, dat kerkgebouwen ontsnappen aan de slopershamer.
Om dit te realiseren heeft de gemeente deze beeldende kerkenvisie opgesteld. Hieronder staan de belangrijkste uitgangspunten.
1. Kerkbesturen en gemeente
De eigenaar van het gebouw, meestal het kerkbestuur, bepaalt de toekomst van de kerk. De eigenaar is bepalend en richtinggevend.
De gemeente Ooststellingwerf heeft een bescheiden rol. Zij is gesprekspartner en is graag bereid om mee te denken en indien gewenst te adviseren. Daarnaast heeft zij een formele juridische rol, onder andere als het gaat om bestemmingsplanwijzigingen of het verlenen van vergunningen.
In Ooststellingwerf dienen naast de leegstand van kerkelijke gebouwen ook nog andere hindernissen te worden overwonnen, zoals de geringe bevolkingsdichtheid, de krimp, de vergrijzing en de ontgroening. Het is daarom juist nu belangrijk dat gemeente en kerkelijke organisaties met elkaar in contact treden en blijven.
Het streven van de gemeente is om jaarlijks een gesprek te hebben met elke kerkeigenaar in Ooststellingwerf. Het gaat daarbij om een informeel gesprek over onderwerpen die er op dat moment spelen. Een dergelijk contactmoment maakt het makkelijker om zaken met elkaar af te stemmen, informatie te delen en het te hebben over eventuele toekomstige ontwikkelingen.
2. Samen vooruitkijken
Het gesprek over de toekomst van onze kerkgebouwen vergt inspanning. Niet alleen van de eigenaren van deze gebouwen, maar ook van de overheid en de gemeenschap als zodanig. Deze kerkenvisie draagt ideeën aan die ertoe leiden dat kerkgebouwen voor de toekomst behouden kunnen blijven. Duidelijk is dat behoud van kerkgebouwen een gezamenlijke inspanning moet zijn en dat het initiatief van de eigenaar en het draagvlak onder de lokale bevolking van levensbelang zijn voor het behoud van de kerk.
Het is daarbij noodzakelijk om toekomstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld wat betreft het gebruik van het kerkgebouw, vroegtijdig te bespreken. Sommige processen hebben namelijk veel tijd nodig of vragen nader onderzoek. Denk hierbij aan een bestemmingsplanwijziging, het aanvragen van vergunningen of het aanpassen van de verkeerskundige situatie.
Het streven van de gemeente is daarom om zo vroeg mogelijk in gesprek te gaan over eventuele toekomstige veranderingen. Ook als het slechts nog een idee of onuitgewerkt plan is. Overleg in de beginfase zorgt ervoor dat het verdere proces soepeler verloopt. En dat is prettig, voor alle betrokken partijen.
3. Behoud en bescherming
Kerken vormen een belangrijk onderdeel van een dorp. Zij dragen – als huis van God – bij aan de identiteit en herkenbaarheid van een dorp. Daarnaast vertegenwoordigen veel kerken een cultuurhistorische rijkdom en zijn soms zelfs een symbool voor dorp.
Naast de waardering voor de betekenis van de kerken en hun cultuurhistorische rijkdom, zijn er ook veel zorgen over de toekomst van de kerkgebouwen. Ontwikkelingen in de samenleving, zoals secularisatie en krimp, leiden tot een teruglopend kerkbezoek. Dit leidt tot daling van inkomsten voor kerkeigenaren en tot sluiting van kerkgebouwen. Uiteindelijk kan dit leiden tot het afstoten van kerkgebouwen.
Sommige kerken zijn rijksmonument of gemeentelijk monument. Van deze gebouwen is bepaald dat zij zo waardevol zijn, dat zij behouden moeten worden. In deze gevallen is sloop niet aan de orde. Bij kerken die niet deze status hebben, is er meer vrijheid. Toch kunnen ook deze gebouwen waardevol zijn, zodat sloop minder gewenst is. Herbestemming en tijdelijk nevengebruik kunnen een passende oplossing bieden. De gemeente gaat hier graag over in gesprek.
4. Participatie
Bij ingrijpende plannen is burgerparticipatie gewenst. Het gaat daarbij om direct omwonenden die hinder kunnen ondervinden door de wijziging van het gebruik van het gebouw. Bij beeldbepalende kerkgebouwen is het belangrijk om ook andere inwoners bij het proces te betrekken en deze goed te informeren.
Dit past bij de rol die kerkgebouwen vervullen als zijnde bakens in onze leefomgeving. Het past ook in deze tijd, waarin participatie en betrokkenheid steeds belangrijker zijn, hetgeen ook blijkt uit de nieuwe Omgevingswet.